Stemming van een instrument

In het vorig hoofdstuk vermelde ik dat de houten kader van de historische instrumenten
vatbaarder is voor veranderingen in weersomstandigheden dan een metalen kader waardoor
de stemming verloren gaat. Maar wat is die stemming net?


Een zanger zingt met zijn stembanden, lichaam en gehoor. Hierdoor kan hij vrij
experimenteren met geluiden maken en zijn stem gebruiken om variatie te brengen in
toonhoogte, sterkte en timbre. Een instrument kan dit ook maar is gebonden aan andere
fysieke factoren dan de menselijke anatomie. Elk verschil in grote lengte of dikte van de
stembanden resulteert in een ander stemgeluid. Denk aan bijvoorbeeld lagere mannen
stemmen en hogere vrouwenstemmen. Bij bijvoorbeeld snaarinstrumenten is dit ook, Hoe
langer en dikker de snaar, hoe lager het geluid. Hoe korter en dunner de snaar, hoe hoger het
geluid. Dit heeft te maken met trillingen per seconde (uitgedrukt in Hertz of Hz). Dunne
snaren trillen sneller en enorm veel keren per seconde en klinken dus ook hoger in toon ten
opzichte van een dikkere en langere snaar welke minder snel trilt per seconde en dus lager
klinkt in toon. De trillingen per seconde wijzigt ook naargelang de spanning op een snaar. Als
je eenzelfde snaar in spanning zou verhogen dan verhoogt de toon en vice versa. Dit is het
zelfde principe als de stembanden bij een mens.  


Muziek is nog mooier als er meerdere instrumenten samen met elkaar spelen. Het is de
samenklank van verschillende noten, geluiden en melodieën die diepe emoties los kunnen
brengen in ieder van ons muziekliefhebbers. Maar het is zeer belangrijk dat de verschillende
klanken ook mooi en juist met elkaar klinken. Daarom is het enerzijds belangrijk een
instrument te leren beheersen, maar een instrument moet alvorens de muzikant een noot
speelt ook in een juiste basis toon gezet worden, of met andere woorden gestemd zijn. Als alle
instrumenten binnen een orkest gestemd zijn dan gaan de noten die gespeeld worden met
elkaar mengen en dus als “juist” of “mooi” worden ervaren.


Het is dus van groot belang dat elk instrument regelmatig gestemd wordt. Factoren zoals
tijd, het bespelen ervan, temperatuur en vochtigheid brengen variatie in de spaarspanning
waardoor die juistheid van de laatste stemming ook verdwijnt na een tijd. Bij elk instrument is
er dus een bepaalde periode van stabiliteit en deze kan ook per instrument verschillen. Zo
ontstemd een goed gestemde gitaar relatief sneller dan een goed gestemde piano.